Tijdelijke urenuitbreiding: nieuwe arbeidsovereenkomst of een uitbreiding van een bestaande?
Of een tijdelijke uitbreiding van het aantal uren van een werknemer een nieuwe arbeidsovereenkomst is of een uitbreiding van de bestaande overeenkomst, is al lang een terugkerend discussiepunt in de jurisprudentie. Onlangs is hieraan weer een nieuwe invalshoek toegevoegd in het kader van de toekenning van een Ziektewetuitkering. Als een werknemer ziek wordt tijdens de arbeidsovereenkomst en ziek blijft na beëindiging van deze overeenkomst, dan heeft de werknemer recht op een Ziektewetuitkering. De Rechtbank Gelderland heeft onlangs een uitspraak gedaan in een zaak betreffende een lerares in het bijzonder onderwijs die ook een tijdelijke uitbreiding had. De centrale vraag was of er in deze zaak sprake was van twee afzonderlijke dienstbetrekkingen of niet.
De lerares aan de instelling voor speciaal onderwijs is voor onbepaalde tijd in dienst voor 40% van de volledige arbeidstijd. Wegens omstandigheden wordt de arbeidstijd van de lerares voor de duur van een half jaar uitgebreid met nog eens 20% van de volledige arbeidstijd. Tijdens dit half jaar wordt de lerares ziek en zij vraagt een Ziektewetuitkering aan voor de 20% bij het UWV na de beëindiging van deze tijdelijke uitbreiding.
Het UWV neemt het standpunt in dat er geen sprake is van twee afzonderlijke dienstbetrekkingen, aangezien de urenuitbreiding een aanvulling en/of uitbreiding is op een reeds bestaande arbeidsovereenkomst.
De lerares neemt daartegen het standpunt in dat er wél sprake is van twee afzonderlijke dienstbetrekkingen waarvan er één inmiddels van rechtswege is geëindigd, zodat zij in aanmerking komt voor een Ziektewetuitkering.
Wie heeft er gelijk?
De Rechtbank stelt voorop dat er geen wetsbepaling is die er aan in de weg staat dat een werkgever en een werknemer meerdere, naast elkaar bestaande arbeidsovereenkomsten sluiten. Vervolgens stelt de Rechtbank als uitgangspunt dat er niet van twee naast elkaar bestaande dienstbetrekkingen bij één en dezelfde werkgever dient te worden uitgegaan als geen sprake is van wezenlijke verschillen in de afgesproken arbeid en er geen verschillende arbeidsvoorwaarden gelden. Daarop is een uitzondering mogelijk als werkgever en werknemer daarover in afzonderlijke arbeidsovereenkomsten duidelijke afspraken maken.
De Rechtbank is in deze zaak tot de conclusie gekomen dat de tijdelijke uitbreiding niet kan worden aangemerkt als een aparte arbeidsovereenkomst. Omdat partijen in de tijdelijke uitbreiding niet hebben geregeld wat het loon zou zijn, is volgens de Rechtbank niet voldaan aan één van de kenmerken van de arbeidsovereenkomst. Uit de beschrijving in het Burgerlijk Wetboek vloeit namelijk voort dat een overeenkomst slechts dan een arbeidsovereenkomst is wanneer daarin ook afspraken worden gemaakt over het door de werkgever verschuldigde loon. Nu dit aspect ontbreekt voldoet het niet aan de beschrijving van de wet. Daarom kan naar het oordeel van de rechtbank de tijdelijke uitbreiding niet worden aangemerkt als een zelfstandige arbeidsovereenkomst.
Bovendien was er geen sprake van een wezenlijk verschil in arbeid en arbeidsvoorwaarden. De Rechtbank gaat daarom uit van één arbeidsovereenkomst. Omdat die arbeidsovereenkomst doorloopt, is ook volgens de Rechtbank niet voldaan aan de voorwaarden voor toekenning van een Ziektewetuitkering.
De vraag of een tijdelijke uitbreiding moet worden gezien als een aparte arbeidsovereenkomst, houdt nauw verband met de vraag of de ketenregeling van toepassing is op tijdelijke uitbreidingen. De ketenregeling (artikel 7:668a van het Burgerlijk Wetboek) bepaalt hoeveel arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd er kunnen worden aangegaan alvorens sprake is van een vast contract. In de jurisprudentie wordt de vraag of de ketenregeling van toepassing is op een keten van tijdelijke uitbreidingen wisselend beantwoord. Deze meest recente uitspraak versterkt de lijn dat de ketenregeling niet van toepassing is op tijdelijke uitbreidingen.
Mocht u vragen hebben over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met Cascade advocaten.