Ontslag wegens grensoverschrijdend gedrag in het onderwijs: hoe pak je dat aan?
Meer dan ooit staat grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer in de schijnwerpers. Het beste is natuurlijk om dit als werkgever zoveel mogelijk te voorkomen, een gedragscode of beroepscode voor de sociale omgang binnen een organisatie kan daarbij een belangrijke rol spelen. Het kan echter gebeuren dat een werknemer zich alsnog schuldig maakt aan grensoverschrijdend gedrag. Dit vraagt een zorgvuldige afhandeling om het vertrouwen en de veiligheid binnen de organisatie te behouden.
In dit kader publiceerde School & Veiligheid recent een behulpzame Leidraad voor schoolbestuurders over het omgaan met seksueel overschrijdend gedrag in het onderwijs. Hierin wordt uitgelegd dat de maatregelen om seksueel grensoverschrijdend gedrag te voorkomen zo groot als nodig moeten zijn en dat een (vermoeden van) een incident zo klein als mogelijk dient te worden aangepakt.
Als het gaat om ernstig ongewenst gedrag is er een kans dat u als werkgever de arbeidsrelatie met de desbetreffende werknemer niet meer wil voortzetten. Er zijn meerdere mogelijkheden om de arbeidsovereenkomst in geval van grensoverschrijdend gedrag te beëindigen.
Ontslag wegens redelijke grond
De werkgever kan de arbeidsovereenkomst opzeggen indien er een redelijke grond voor is en herplaatsing in een andere functie niet mogelijk is of in de rede ligt. In artikel 7:669 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) staan de gronden voor het ontbinden van de arbeidsovereenkomst. Grensoverschrijdend gedrag lijkt in eerste instantie een redelijke grond voor het opzeggen van de arbeidsovereenkomst. Toch blijkt het ook in zo’n geval dat de werkgever met goede argumenten moet komen waarom de overeenkomst moet worden ontbonden en waarom andere functies binnen de organisatie niet meer mogelijk zijn, omdat de rechter het verzoek anders alsnog kan afwijzen.
In het geval van grensoverschrijdend gedrag kan als eerste gedacht worden aan de zogenoemde ‘e-grond’ voor het opzeggen van de arbeidsovereenkomst: verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer. Hierbij moet de werkgever in zijn overweging oog hebben voor de gevolgen die de werknemer zou ondervinden bij het opzeggen van de arbeidsovereenkomst en kijken naar het inzetten van een minder ingrijpende maatregel, zoals een berisping of overplaatsing. Volgens een arrest van de Hoge Raad uit juni 2022 moet bij de beoordeling of sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer ook worden gekeken naar het handelen of nalaten van de werkgever. Volgens de Hoge Raad heeft de werkgever namelijk de verantwoordelijkheid om grensoverschrijdend gedrag in zijn organisatie zoveel mogelijk te voorkomen en bij signalen daartegen op te treden.
Indien er geen sprake is van de bovengenoemde ‘e-grond’, kan de ‘g-grond’ voor het opzeggen van de arbeidsovereenkomst, genoemd in artikel 7:669 BW, eventueel van toepassing zijn: een verstoorde arbeidsverhouding. Zelfs als het duidelijk is dat de arbeidsverhouding verstoord is, is het volgens de rechter ook hier belangrijk dat de werkgever dit goed kan onderbouwen. Werkgever moet bijvoorbeeld voldoende motiveren waarom de werknemer niet kan worden herplaatst op een andere school binnen de organisatie.
Ontslag op staande voet
Indien werkgever de arbeidsovereenkomst zonder opzeggingstermijn wil laten eindigen, kan deze de werknemer mogelijk op staande voet ontslaan. Ieder van de partijen is namelijk bevoegd is de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen om een dringende reden, onder onverwijlde mededeling van die reden aan de wederpartij (artikel 7:677 lid 1 BW).
Op grond van artikel 7:678 lid 1 BW worden als dringende redenen beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die tot gevolg hebben dat van de werkgever redelijkerwijs niet verlangd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Volgens de rechter dienen daarbij de aard en de ernst van de dringende reden afgewogen te worden tegen de aangevoerde persoonlijke omstandigheden van de werknemer. De werkgever moet hier bij de rechter zelf bewijzen dat er sprake is van een dringende reden.
Onverwijldheid houdt in dat de werkgever de werknemer direct of zo snel mogelijk het ontslag op staande voet moet mededelen. Indien een werkgever vermoedt dat sprake is van een dringende reden tot ontslag van een werknemer, maar hij eerst een onderzoek wil instellen naar de juistheid van dat vermoeden, dan is de werkgever verplicht om daarbij met de grootst mogelijke voortvarendheid te handelen. Volgens de rechter spelen de volgende omstandigheden daarbij een rol: de aard en omvang van een eventueel noodzakelijk onderzoek, de behoedzaamheid die bij het instellen van dat onderzoek geboden kan zijn, het verzamelen van bewijsmateriaal, de eventuele noodzaak tot het inwinnen van (juridisch) advies, het horen van de werknemer en het plegen van intern overleg. Een werkgever zal zich op grond van art. 7:611 BW tijdens een onderzoek naar de gedragingen van de werknemer als een goed werkgever moeten gedragen.
Waar moet een werkgever op letten bij een melding van grensoverschrijdend gedrag?
Om een werkgever in het geval van grensoverschrijdend gedrag rechtsgeldig te kunnen ontslaan, moet de werkgever dus zorgvuldig te werk gaan en goed communiceren met alle betrokken partijen. Dit begint al bij de melding van dergelijk gedrag. Het is belangrijk dat deze melding vanaf het eerste moment serieus wordt genomen en dat hier discreet mee wordt omgegaan. Volg hierbij de aanpak die het eigen beleid voorschrijft. Leg de inhoud van de melding en daaruit voortvloeiende gesprekken vast in een feitelijk gespreksverslag dat de inhoud van de melding objectief weergeeft. Pas tijdens het onderzoek naar het vermoedelijk grensoverschrijdend gedrag hoor en wederhoor toe en bedenk of nader onderzoek of het inschakelen van een onafhankelijk onderzoeksbureau nodig is. Beoordeel naar aanleiding van alle verzamelde informatie wat daarvan de proportionele consequenties zijn. Bovenstaande is van groot belang zodat u als werkgever het ontslag mogelijk in een later stadium goed kunt onderbouwen en u kunt aantonen dat u met grote voortvarendheid heeft gehandeld.