Nieuwe regeling aanpak onderwijsachterstanden vanaf 1 augustus 2019
Basisscholen hebben tot en met het huidige schooljaar twee soorten bekostiging ontvangen vanuit de rijksoverheid om onderwijsachterstanden tegen te gaan: bekostiging op basis van de gewichtenregeling en de regeling impulsgebieden. Het vaststellen van de leerlingengewichten gebeurde aan de hand van het ouderverklaringen waarin zij hun opleidingsniveau aangaven. In de afgelopen jaren is het toezicht op de ouderverklaringen vergroot, met als gevolg terugvorderingen van de bekostiging. De accountants constateerden dat ouderverklaringen ontbraken dan wel onvolledig waren ingevuld. De impulsmiddelen werden toegekend op grond van de postcode van de school. Niet iedereen was hier blij mee, omdat niet alle scholen in de wijk staan waar de leerlingen vandaan komen.
Onderwijsscore leerlingen en achterstandsscore school
Inmiddels is er een nieuwe regeling tot stand gekomen waarmee de onderwijsachterstandsmiddelen anders zullen worden verdeeld. Deze regeling treedt in werking met ingang van het schooljaar 2019-2020. De scholen zullen de bekostiging ontvangen op basis van de achterstandsscores die jaarlijks door het CBS worden vastgesteld. Aan deze scores koppelt OCW een bedrag.
Bij het bepalen van de achterstandsscores houdt het CBS niet alleen rekening met het opleidingsniveau van de ouders, maar ook met de herkomst van de ouders, de verblijfsduur van de moeder in Nederland en of het gezin in de schuldsanering zit. Volgens het CBS is de combinatie van deze omgevingsfactoren de beste voorspeller voor het risico op een onderwijsachterstand bij een kind. Met deze omgevingsfactoren berekent het CBS een onderwijsscore voor iedere leerling. De totaalscores van de leerlingen van de school vormen de achterstandsscore voor de afzonderlijke basisscholen. Aannemelijk is dat er vanuit deze systematiek ook minder snel bekostiging kan worden teruggevorderd, omdat deze systematiek makkelijker te controleren valt. Voor schoolbesturen impliceert dit ook dat er minder administratieve lasten zullen zijn.
De bekostiging van het tegengaan van de onderwijsachterstanden is zodanig ingericht dat het uitgangspunt is om de laagste 15% van de landelijke onderwijsscores te bereiken. Met de herverdeling van de middelen wordt in feite bekostiging toegekend ten behoeve van 15% van het totale aantal leerlingen is het basisonderwijs.
Een lastig onderdeel bij het vaststellen van onderwijsscores voor leerlingen is nog wel de onderwijsscore van asielzoekerskinderen. De onderwijsscores voor deze leerlingen is lastig vast te stellen omdat er weinig tot geen gegevens bekend zijn van ouders van deze kinderen. Daarom heeft de minister besloten om alle leerlingen die bij het CBS bekend zijn als asielzoeker een onderwijsscore toe te kennen in de laagste 15%.
Gevolgen nieuwe regeling in de vorm van overgangsrecht
De nieuwe verdeelsystematiek van de onderwijsachterstandsmiddelen betekent voor sommige scholen dat zij meer en andere scholen dat zij minder aanvullende bekostiging zullen ontvangen, aangezien het totaal beschikbare budget om onderwijsachterstanden tegen te gaan hetzelfde blijft. Om scholen toe te laten groeien naar de nieuwe regeling is er een overgangsregeling ingevoerd voor de eerste drie schooljaren waarbij in het schooljaar 2019-2020 het verschil tussen het oude en het nieuwe budget voor 75% wordt meegenomen, in het schooljaar 2020-2021 voor 50% en in het schooljaar 2021-2022 voor 25%. Vanaf het schooljaar 2022-2023 ontvangen scholen de aanvullende bekostiging op basis van de nieuwe systematiek. De bekostiging op basis van de gewichtenregeling en de regeling impulsgebieden komt vanaf dat moment geen te vervallen.